Huwelijkse voorwaarden reviseren

Je gaat trouwen. Wat een feest. Je bent in de wolken en als formaliteit stel je huwelijkse voorwaarden op. Misschien wel omdat je ouders het ook zo deden. Vraag is of je ook na twee maanden nog weet welke afspraken je in de huwelijkse voorwaarden hebt opgenomen, of je ook handelt naar deze voorwaarden, of je ook echt begrijpt wat je als voorwaarden hebt opgenomen en waarom je het zo deed. Huwelijkse voorwaarden reviseren is dan een goed plan.

Ik kom het helaas vaak tegen dat mensen geen idee hebben van hun huwelijkse voorwaarden. Als ik er naar vraag kunnen echtparen de voorwaarden niet een-twee-drie terugvinden. Een heel gedoe vinden ze het om ze op te zoeken. En als ze eenmaal de voorwaarden hebben gevonden, zijn ze verrast als ik de inhoud ervan aan ze uitleg. Toch is dit dan wat ze vlak voor hun huwelijk hebben afgesproken. Maar geen nood. Je kan je huwelijkse voorwaarden nog aanpassen.

Zolang je nog in pais en vree met elkaar getrouwd bent, is het moment daar om samen over huwelijkse voorwaarden te spreken en te reviseren. Het aanpassen van huwelijkse voorwaarden kan soms voordelen geven op het gebied van erfbelasting, schenkbelasting en overdrachtsbelasting.

Op 1 januari 2018 is de wet voor huwelijkse voorwaarden aangepast. In de oude situatie was het zo dat als je gaat trouwen en je hebt geen huwelijkse voorwaarden opgesteld, dan komen door het aangaan van het huwelijk alle bezittingen en schulden in de gemeenschap terecht. Dus ook de bezittingen die voor het huwelijk nog privé waren. Het spaargeld van de een wordt opeens voor de helft van de ander. Maar ook de schuld van de een wordt opeens voor de helft van de ander. Verder was het zo dat als je tijdens je huwelijk geld van je tante erft, dan wordt dat ook voor de helft van de ander.

Nu is inds 1 januari 2018 de situatie gewijzigd. Let wel, deze situatie gaat alleen gelden voor huwelijken die na deze datum zijn afgesloten.

Als je gaat trouwen ontstaat er een gemeenschap van goederen. Dat is niks nieuws. Maar het verschil met vroeger is dat alleen die spullen in de geemenschap terecht komen, die voor het huwelijk al gemeenschappelijk waren. Had je voor het huwelijk een en/of rekening, dan blijft die gemeenschappelijk na het huwelijk. Maar had je vóór het huwelijk een eigen spaarrekening of een eigen huis, dan blijft deze ná het huwelijk nog steeds voor 100% van jou. 

Ook nieuw is dat als je tijdens het huwelijk een erfenis of schenking ontvangt, dan zal deze niet in de gemeenschap terecht komt. Dus heb je een schenking van je ouders ontvangen tijdens je huwelijk, dan is dat geld voor 100% van jou. Het is jouw privé bezit en hoort niet bij de gemeenschap van goederen. Door de nieuwe wetgeving wordt onder andere willekeur voorkomen. Het maakt niet meer uit of een schenking of nalatenschap verkregen is met een uitsluitingsclausule of niet.

Af en toe nadenken over de voorwaarden waaronder je getrouwd bent is mijn advies. Zo zijn er zijn situaties te bedenken dat het goed is om van gemeenschap van goederen over te stappen naar huwelijkse voorwaarden, maar ook andersom van huwelijkse voorwaarden naar een gemeenschap van goederen kan soms interssant zijn. Combineer dit met een gesprek over het testament en je bent voor de komende periode van circa 5 jaar weer up-to-date. Voor hulp hierbij kan je contact met mij opnemen via het contactformulier of via mijn mobiele nummer.

Welke factoren bepalen de complexiteit bij het afwikkelen van een erfenis?

Ik krijg vaak de vraag hoe groot de erfenissen zijn die ik afwikkel. Alsof dat bepaalt hoe ingewikkeld het afwikkelen van een erfenis is. Niets is minder waar. De grootte van de erfenis is niet de meest bepalende factor. Soms is het afwikkelen van een erfenis van €300.000,- veel complexer en vereist meer expertise dan een erfenis van €1.000.000,- of meer.

Ik zal een opsomming geven van factoren die een erfenis meer of minder ingewikkeld maken om af te wikkelen. Expertise is gewenst om het geen slepende zaak te maken die jaren gaat duren en om er voor te zorgen dat er niet meer erfbelasting betaald wordt dan echt nodig is. Ook wil je voorkomen dat er ruzie tussen de erfgenamen ontstaat. Dat bereik je door de nalatenschap vakkundig, met kennis van zaken, af te wikkelen.

Maar wat zijn nou die factoren die ik bedoel:

  • Is er een testament? Als er een testament is zijn er wensen die de overledene op papier heeft laten zetten en daar moet naar gehandeld worden. Ook biedt een testament vaak mogelijkheden hoe de nalatenschap met de belastingdienst wordt afgerekend. Goed begrip van de mogelijkheden die in het testament op dit gebied biedt, kan zorgen dat er aanzienlijk minder erfbelasting hoeft te worden betaald. Heb je die kennis niet, dan maak je de Belastingdienst alleen maar blij en betaal je meer belasting dan nodig is. De Belastingdienst zal je hier nooit op wijzen.
  • Hoeveel erfgenamen zijn er? Hoe meer erfgenamen, hoe lastiger het kan worden. Je hebt immers met meer meningen te maken en je moet stevig in je schoenen staan om te weten waar een ieder recht op heeft.
  • Zijn er minderjarige erfgenamen? Als dit het geval is moet je de erfenis beneficiair aanvaarden en moet er contact onderhouden worden met de rechtbank.
  • Wonen de minderjarige erfgenamen in een andere woonplaats dan de overledene, dan krijg je te maken met zowel de rechtbank in de woonplaats van de minderjarige erfgenaam, als met de rechtbank in de woonplaats van de overledene.
  • Zijn er legaten? Je moet dan soms veel werk verrichten om deze te bereiken. Soms bestaan bepaalde legatarissen niet meer. Denk hierbij aan een goed doel dat in de loop der jaren in een ander goede doel is opgegaan. Je moet dan nog wel achterhalen of het legaat uitgekeerd moet worden of niet.
  • Bestaat de nalatenschap uit vastgoed? Hoeveel vastgoed is er dan en waar bevind het zich? Is er nog een langstlevende dan moet de tenaamstelling van het vastgoed gewijzigd worden. Is er geen langstlevende, dan kan het zijn dat het vastgoed ontruimd en verkocht moet worden. Als veel spullen in één keer beschikbaar komen, is het een uitdaging om het een bestemming te geven. Een goed netwerk van partijen die hierbij kunnen helpen biedt dan uitkomst. Daarnaast moet het hele proces goed begeleid worden.
  • Waar bestaat het vermogen van de erflater uit? Als er een effectendepot is, dan moet snel gehandeld worden en de erfgenamen gevraagd worden of ze contant geld willen erven of liever hun deel van het effectendepot. Je moet snel handelen omdat de erfbelasting wordt berekend over de waarde van het effectendepot op datum overlijden. Als daarna de waarde van de beleggingen daalt en je wil als erfgenaam contant geld erven, dan ontvang je minder geld dan de waarde waar je erfbelasting over hebt betaald.
  • Bij hoeveel verschillende banken had de overledene zijn vermogen ondergebracht? Elke bank is weer een hele klus om contact mee te leggen. Meer verschillende banken betekent meer werk. Waar de overledene bij leven nog een accountmanager had, krijg je na overlijden direct te maken met een zogenaamde nabestaandendesk en valt de accountmanager buiten beeld. Dat betekent dat je te maken krijgt met een call center en zie daar maar voor elkaar te krijgen wat je wil dat er gebeurd. Rekeningen sluiten, tenaamstelling wijzigen, rekeningen openen, beleggingen verkopen,  saldo opvragen, betalingen verrichten, mutaties op de rekening vanaf datum overlijden opvragen, betalingen verrichten, incasso’s storneren, enz, enz.
  • Hoeveel abonnementen en lidmaatschappen had de overledene? Als eerste moet je achterhalen welke abonnement en lidmaatschappen er zijn. En mijn ervaring is dat er altijd veel meer zijn, dan mensen zich realiseren. Sommige abonnement moeten vervolgende door blijven gaan, maar met een andere tenaamstelling. Er is niets vervelender dan post ontvangen op naam van de overledene. Zo iets lijkt nu klein, maar als het je als langstlevende eenmaal overkomt is het groot. Sommige abonnementen moeten beëindigd worden en restitutie van gelden moeten gevraagd worden.  Dit hele proces kan versneld worden als je het in goed banen kan leiden en weet hoe dit efficiënt en effectief aan te pakken.
  • Is er eerder een partner overleden? In dat geval moet je het testament van de eerst stervende zien te vinden plus de aangifte erfbelasting en de aanslag erfbelasting die toendertijd is opgelegd. Deze gegevens moet je achterhalen omdat het mede kan bepalen hoeveel erfbelasting nu betaald moet worden. Grote kans dat het leidt tot een verlaging van de erfbelasting die je moet betalen als gevolgd van het overlijden van de langstlevende. Het is dus de moeite waard hier werk van te maken.
  • Is er een levensverzekeringspolis? Levensverzekeringen veranderen in de loop der tijd van maatschappij waar ze onder vallen. Mensen bewaren vaak alle polissen die ze in alle jaren hebben ontvangen. Ook komt het voor dat polissen al zijn uitbetaald, zonder dat je dat uit de polis kan opmaken. Om geen geld bij de verzekeringsmaatschappij te laten liggen, moet je dus achterhalen welke levensverzekeringspolissen nog geld waard zijn. Dit gaat vaak niet vanzelf, maar daar moet je zelf als erfgenaam achter aan gaan.
  • Is er een nabestaandenpensioen? Zeker tegenwoordig, werken mensen bij verschillende werkgevers en daardoor hebben nabestaanden te maken met meerdere pensioenfondsen. Deze moeten achterhaald worden en op de hoogte worden gebracht van het overlijden. Dan moet er uitgezocht worden of de langstlevende nog recht heeft op een nabestaandenpensioen.